Dat je naast mij ging staan en de grond veerkrachtig het gras, de
lucht aardser als voorheen, de dag voorzien van grijs. Natuurlijk
heb je gelijk, niets wordt anders dan het was en de rest is
koffiedik kijken. Ik vergat alras wat je deed, maar wat als?
Ik wist wie ik was, maar vergat. De straat uit, in geen velden of
wegen. Waar bleef de tijd om te zwijgen. Wij wisten zeker wie
wij waren gebleven, wij lazen het in de krant hetzelfde nieuws.
We hadden een leven tegoed. Wij wisten het beter. Dat je langs
kwam, mij bij de arm nam.
In de vijver de spreekwoordelijke steen en de gevolgen. Er ging
zoveel tijd verloren het allemaal te willen geloven nu er niets
meer zichtbaar was dan enkel jij. Waarvandaan moest ik je
halen nu de puzzel en het verhaal. Het was vergaan voordat
je het had gelezen, nu rumoer en gerucht als dagelijks.
Jij staat te wachten op de bus. Ik verwacht je, ik lees je, ik
droog je natte haren en ik kus. Ik omarm je en hoeveel
duidelijker kan ik zijn. Misschien wil de toekomst even
zoveel dichterbij, een stelselmatig plan van liefde.
Maar dat je naast mij staat en de klok op half 3 –
Elbert Gonggrijp: Terloops de vraag
nav. mijn gedicht bijna terloops van gisteren
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x