Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

de familie

Hij ligt zo zwaar in mijn dagen. Zal ik wel,
zal ik niet en dan, bijna

terloops en altijd uiteindelijk, haal ik hem
binnen zoals je een kind voedt, een

zwarte vogel met een lamme vleugel, een
verwarde dorpsgenoot. Hij

is de stilstaande maan. Ik de rover uit het
versje van Annie MG Schmidt,

een punaise in mijn handen, het touwtje
tussen mijn tanden. Daarna

zijn alle uren licht, zijn gewicht lost op,
ik dans de dingen tot

de zwaarte terugkeert. Ik ben veilig thuis,
zegt hij, de maan wast zich.

 

 

« »