Hij ligt zo zwaar in mijn dagen. Zal ik wel,
zal ik niet en dan, bijna
terloops en altijd uiteindelijk, haal ik hem
binnen zoals je een kind voedt, een
zwarte vogel met een lamme vleugel, een
verwarde dorpsgenoot. Hij
is de stilstaande maan. Ik de rover uit het
versje van Annie MG Schmidt,
een punaise in mijn handen, het touwtje
tussen mijn tanden. Daarna
zijn alle uren licht, zijn gewicht lost op,
ik dans de dingen tot
de zwaarte terugkeert. Ik ben veilig thuis,
zegt hij, de maan wast zich.
wouter
15 maart 2015 — 10:31
Wonderschoon zoals zo vaak..
alja
15 maart 2015 — 12:15
dank je wel
elbert gonggrijp
16 maart 2015 — 09:14
Laat ik het ook maar bij mooi houden. Eigenzinnig beeldig dan maar…..
alja
16 maart 2015 — 19:21
tssss