Tussen vuilnisbak en schutting, kinderspeelgoed
en zonnewijzer, barbecue en fiets,

stapelt de dichter zich op. Op zijn tenen duwt hij
tegen snottebellende kinderlijfjes, moeders

met reuze sjaals, vaders met rugzakken, handen
om warme wijn. Het gesprek

gaat door, een gitaar wordt op de rug gehesen,
om de bocht een nieuwe wegwijzer.

Plaspauzes in een bekend huis. Mijn oude tuinen
grensden. Oude vrienden zeggen dat

ik zo veranderd ben of altijd al dit gedaan heb:
as op mijn hoofd verzamelen en

een beetje in een kring gaan staan om dan met
twee voeten naar buiten te treden.*

 

 

* tussen 16.00 en 17.00 interview met Peter de Rijk, Bert van Galen