Alles dat uiteen viel, komt in zijn stoel en
liggend op mijn buik bij
elkaar. In de straat ervoor glimmen de stenen,
de wanden blijven zwart.
Het is niet nodig te praten. Hij maakt zijn
kunstwerk, ik denk na.
Zo af en toe klingelt de deur, een boerse
vrouw pelt zich uit haar oranje
regenkleding, een man met stekeltjeshaar
toont zijn halve arm, sigaretten
liggen uitgetrapt op het stoepje. Sterren,
zegt een meisje, moeten langs haar naam.
Hoe is het met het dichten? vraagt hij. Och,
zeg ik, elke dag één.
Elbert Gonggrijp
16 januari 2015 — 10:22
Kubisme komt voort uit een geabstraheerde werkelijkheid. Alja belooft de beelden voortuit geschoven dagelijkse onzekerheden….