De culturele vrijplaats ligt aan het einde van
De wereld, een beetje zoals

Een straat doodloopt en alleen de fietsers mogen
Doorrijden, dan blijkt het pad

Een parkeerterrein, aan alle kanten komt men
Elkaar tegen en opeens ook

Is er een parkeerwachter die de fietsen inneemt
En van een bonnetje voorziet

Alleen zij komt lopend en blootsvoets, het ineen
Gevlochten haar hangt laag

En ze praat over kiwi’s die over het dak groeien
En look aan de rand van het bos

Brandnetels die eetbaar zijn en kinderen veilig
Terwijl iedereen weet dat die over de rand

Van de wereld kukelen en verdwijnen, fietsen
Met losse handen