Het een volgt het ander moeiteloos op, de
Takken boven het tuinpad reiken naar

Elkander, de een roze, de ander van het
Lichte groen en ook

Het gras vlecht zich tussen de struiken en
Bloemen, alsof we hier

In vrede leven, alsof het gesprek nooit stopt
En we nog woorden bij leren

En niemand ons berispt of nadrukkelijk
Kucht terwijl natuurlijk

Later iedereen keurige gangen wil in mijn
Overwoekerende natuur