Het hart laat ik liggen, het wild kloppende
Adembenemende tussenstuk, het
Overige neem ik tot me, kruipend over zijn
Lengte, zijn gewicht, hangend
Boven zijn gespreide vingers, zijn open mond
Zijn opzij gevallen
Haren, zijn dichte ogen, benen nog gesloten
Tikkende tepels tegen
Eenzelfde weg terug, tong als slang, sissende
Ratel, gulzig glanzend
Zoals zijn bewegen, behoedzaam om dat
Hart heen en alles dat het herbergt
Wild kloppend in haar open kamers, daarboven
En verder naar benee
(voor de zondagmorgen van Pom Wolff)
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x