Neig ik altijd al in tranen uit te barsten bij
Prijsuitreikingen, de eerste keer een

Danswedstrijd op het ijs waarbij iets te mollige
Meisjes met hun rokje wapperden waarbij

Ze nooit de schaatsen in hun oog kregen –
Zodra een kind op het podium staat

Is de ontroering nog dichterbij en gek genoeg
Niet de glanzende cijferlijst

De speech van de mentor of de aandoenlijke
Vergissing in naam en data, nee

Het is het pak dat precies past, de bijna
Natuurlijke val van lijf en leden

Het handgebaar waarmee hij zijn lange lok
Naar achteren schuift, het verlegen

En toch zo zelfbewust lachje en zijn zwaaien
Naar mij, daar op de achterste rij