Ik zou tot al mijn vrienden willen gaan
-Ook wel tot hen, die niet mijn vrienden zijn-
En vragen: Heb mij lief, gelijk ik ben
En stel aan mij geen eischen. Zie, ik kan
Niet onderhoudend praten, niet gevat
Of geestig zijn, en niet vertrouwelijk
Vertellen van mij zelf of van mijn ziel…
Wat zouden we ons vermoeien voor elkaar?
Laat mij maar zwijgend naast u zitten, stil
Verdiept in eigen werk, eigen gedachten.
Of- als gij praten wilt -spreek gij tot mij.
Ik zal wel luistren, als gij vriendelijk
Met lichten kout mij onderhouden wilt,
Wel lachen om de grappen, die ge zegt,
Wel ernstig kijken, als ge hoog, of diep,
Of ijdel praat van al te diepe dingen…
Maar, als ik dan zoo zwijgend zit, en luister
Naar uw gesprek- of naar het klokgetik-
Of ‘k laat de stilte ruischen om ons heen,
-Die ruischt zoo prettig, als de menschen zwijgen-
Als ‘k mij dan blij in uw nabijheid voel,
Dan zou ik willen vragen, en de stilte
-Of ons gesprek -verbreken met mijn vraag:
“Zeg, zijt ge ook blij, dat ik naast u zit?”
Spraakt gij dan “Ja”, dan zei ik zacht: “Ik ook”…
En dat was alles, wat ik weten wou
En al, wat gij van mij behoeft te weten.
Jacqueline van der Waals, Heb mij lief, gelijk ik ben ,
uit: Nieuwe Verzen
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x