Dat er voor me gezorgd wordt nu mijn ouders
Weg zijn, dat er iemand

Achterblijft die mijn mond afveegt en zachtjes
Over mijn haren, iemand

Anders dan ikzelf zoals twee ballonnen in het
Lege takkenbos, groen, rood

Doen alsof het Kerst is, wie heeft ze zo hoog
Gehangen alsof

Het gemakkelijk was, wie groeide er in een nacht
Zo groot dat en dan

Opeens een witte losse vlek ontdekkend, onder
Aan de boom

Dat ik losliet en niet zij, leegliep, stuk raakte
En zoveel zorg behoef