Een bezorgde vriend vraagt mij hoe je als één vrouw zo polygaam kunt zijn? En hoewel ik onze dagelijkse mailwisseling niet wil verruilen voor een antwoord op deze site, denk ik toch aan het algemeen nut en vermaak voor u
Het is geen zo polygaam, het is of monogaam of polygaam zijn (los nog van het feit of dit een man ook gevraagd zou worden) en het zijn allebei vreselijke woorden
Niet alleen het woord op zich maar het plaatsen binnen die beperkende kaders (hoewel, zult u zeggen, wat is er beperkend als je al polygaam bent?)
Het gaat helemaal niet om al die mannen, het gaat niet om meer dan één alsof ik een boerende puber ben (mannen vaak) die zijn score bijhoudt in de houten balk van zijn zolderkamer waar hij zich veelal aftrekt inplaatsvan echt te versieren
Het gaat niet om zoveel mogelijk en meer, het heeft niets te maken met raak leven of van god los of doen waar men zin in heeft
Waarmee dan, zult u zeggen?
Allereerst vind ik verdediging een bod van zwakte – de genadeslag heeft al plaatsgevonden, Mijn hoofd ligt al in die schaal, het rolde eerst onder mijn bed, u heeft niets gedaan om haar tegen te houden, ikzelf heb haar teruggevonden en in de schaal gekwakt
Tweedens laak ik uitleg – het is dat ik zo van schrijven houd dat ik hem hier antwoord
Het is geen boze opzet – natuurlijk is het een reactie op de allereerste man in mijn leven of een speels gerommel met de genen
Mijn grootvader was per slot van rekening een dandy die met zijn panamahoed vriendinnetjes had over de hele wereld; ik heb nog nooit gevlogen en u weet dat ik zelfs de zuidpool verkeerd situeer dus met die vriendjes valt het vast wel mee
Meer vertel ik u niet over mijn bloedverwanten, ik wil niet onterfd worden, niet in verlegenheid of opspraak brengen en zeker niet kwetsen
Dat is de onderliggende gedachte altijd – zou F. beslissen in mijn voordeel en ja zeggen (daarbij niet meer op zijn knieën hoevend want ik stelde de vraag) en mij met klem verzoeken mijn praktijken op een ander liefdesgebied dan het zijne te staken, dan zou ik uit liefde dit doen, natuurlijk
Maar mijn keuze betreft alleen die man, niet het huwelijk als instituut
Polygaam zijn is al het andere vergeten en alleen dat witte overhemd zien in die saaie hal der natuurkundigen, hem zonder meer mee lokken naar de garderobe en duwen in de gevallen jassen – niet tegen zijn zin, natuurlijk is er allereerst de herkenning, de blik, de hand iets langer vast dan gewoonlijk, de halve grijns, het mij passeren en een flard van een liedje in mijn rechteroor laten belanden, een foto nemen van zijn vrouw met een kleine afwijking naar links waar ik sta
Polygaam is op dat moment de jonge blonde god vergeten of de prachtige bruine haren van paul (met gel) en wenkbrauwen die zich los van elkaar kunnen optrekken, F. in zijn keukenkastjes achterlaten en de draad kwijt zijn van manuscript 3 dat handelt over de relatie met michel1 vanaf 1982
Polygaam zijn is zelden één avond, al schetst mijn dochter op mijn website zo mooi de titels van mijn collages: tijdelijke affecties zijn muze bij het kiezen van een onderwerp en werktitel
Alles is even intens en even diepgaand en natuurlijk is er onderscheid – er zijn verschillende liefdes in dit leven en verschillende manieren om lief te hebben
Mijn hart is groot en heeft vele kamers, dat zal het zijn of glas-in-loodramen inplaatsvan dubbelglas maar u denkt toch niet dat ik niet kritisch ben? Er zijn maar weinig mannen die tot hier komen en als ik man was (blond was en god en donker was en mijn wenkbrauw kon optrekken en op zoek was naar die bakvormen, links F., dan zou ik verheugd zijn en een weinig trots)
Polygaam zijn is enthousiast opveren en van binnen giechelen als men denkt aan hem en ook aan hem en dan ook nog aan hem en ze alle drie sms-en, daarbij degene die het eerst reageert, de lichte voorsprong gevend
Polygaam zijn is zeker weten dat ik hen zoveel kan bieden en dan heb ik het niet over mijn grote borsten, kwaliteiten in de keuken, mierzoete of vlijmscherpe woorden laat staan het ruby red beddengoed of het huis uit 1900
Polygaam zijn is het verzet tegen dat beeld van het bootje dat langs glijdt onder mijn brug door – een man zit wijdbeens (en ongetwijfeld in korte broek) aan het roer, een meisje zit trots naar hem te kijken op de achtersteven, een vrouw beschermt twee jongetjes op de voorsteven en slaakt een bescheiden gilletje net op het goede moment – zij beseft dat hij de macht heeft en hij is tevreden met haar besef – zij bukt op tijd, legt haar hand in de nekjes van de jongens en lachend kijkt ze later achterom
Ik heb nooit zo’n vrouw willen zijn (al gooide ik mezelf op mijn jongens om ze te beschermen), ik ben haar nooit geweest, ik ben nooit dat meisje geweest, nooit die jongens, nooit die man – een zwerver hoogstens die een nacht onder die brug had liggen slapen en van goede momenten weet ik niets
Mijn hoofd ligt toch al in die schaal – zilver naar ik aanneem?
Ik haat de zelfgenoegzaamheid van de meeste vrouwen die menen dat hun man nimmer in staat zou zijn de garderobe te vinden en ik denk aan K. die zo vriendelijk was de gezinsboodschappen met de buurvrouw samen te doen, haar daarbij neukend in het toilet van de supermarkt
Zijn vrouw meende dat maaltijden om zes uur voldoende waren hem trouw te houden – daar had zij natuurlijk die boodschappen voor nodig – en omschreef zichzelf als ‘nou ja, getrouwd dus met K.’
Ik haat de zogenaamde veiligheid van hun status en de bijbehorende voordelen, haar hand op zijn arm als ze samen op hun nieuwe fietsen een paastochtje maken, haar blik even achterom
Ik haat de rolverdeling, in veel gevallen nog steeds de traditionele, ik haat de vanzelfsprekendheid, ik haat de kritiekloosheid, ik haat de gemakzucht
Ik ben gefascineerd door dat wat anders is dan het lijkt en geloof me, alles is anders
Ik overweeg een baantje als garderobejuffrouw – ik kan vast het schrijven combineren en u op mijn wiebelende knie van mijn vorderingen vertellen
Ik zing tijdens mijn werk en als u vindt dat ik geen maat kan houden, stopt u uw vingers gewoon maar in uw oren!

log van 18 april 2006, getiteld
vingers in uw oren

Het is met verf soms net zoals met de bijbelse wijn – de pot raakt niet leeg, er kan nog een muur en op de spatten op mijn kolbert na (kan gerust in de wasmachine, alleen even oppassen met de droogtrommel) wordt niets verspild
Zo is het met liefde soms ook
Nu zijn er weer mannen die menen dat zij meer recht hadden op het verschijnen in deze logs dan bijvoorbeeld de daklozenkrantverkoper bij de supermarkt (ondanks de reebruine ogen) en ook melden ze aanbiedingen bij de super de Boer die een alleenstaande moeder op bijstandsnivo beslist niet mag missen
Over dat laatste: u moet zich wel realiseren dat mijn kinderen boven alle kinnesinne verheven zijn – zij zijn mijn grootste liefde en nooit zal ik ze tena komen, hun geluk is mijn geluk en hun knellende armen doen mij met plezier naar adem snakken
Zij hebben niets van doen met liefdespraktijken zoals ik die u beschrijf – ze herkennen mijn stemming en weten een naam, al geven ze niet door wie er zojuist aan de telefoon was en eentje kent zeker drie beroepen van de mannen die achter dit scherm op mijn kusrode muur hangen
Of die man van nu is of uit een roemrijk verleden, doet er niet toe
De meeste mannen zijn lelijk, vinden zij overigens, op die pin-up na die ze me ooit als grapje in een doos bonbons verstopten
Mijn jongste voelt af en toe bezorgd aan zijn middel en vraagt, de huid tussen duim en wijsvinger nemend, of dit nog weggaat? Maar mijn middelste kan gerust na drie keer opgeschept te hebben, nog even met zijn vingers in de chipszak gaan en zich alleen maar afvragen waar die buikpijn vandaan komt
Buiten kijf zijn het namelijk de mooiste mannen van de wereld
Mijn oudste is als reaktie op haar moeder niet van plan te reageren op de knipogen van de voorzitter van de studentenvereniging nu zij Y. heeft – ze bezit noch zwembandjes noch chipszakken noch prangende vragen over haar lijf en pin-ups bekijkt ze met minachting, overigens ook de andere foto’s
Mijn kinderen worden nooit geconfronteerd met een slaperige gast of resten van een ranzig maal, hoogstens met een verstrooide mamma die als terloops kleding van de grond pakt en in een boogje in de kattenbak gooit die zij voor wasmand aanziet
Een enkele keer maar wordt onze drie-eenheid gebroken door een hongerige vriend die beslist een boodschap in mijn stad had en zo nodig moet plassen, gelukkig weet hij wat Linkin’Park is al zwijmelt hij nog bij Donovan
De hand op mijn hand komt pas als de jongens hun speelterrein verruilen en de kus tegen het aanrecht duurt gewoon geen drie uur
Een andere keer houden wij feesten met maaltijden aan lange tafels, flakkerend kaarslicht en half-dronken speeches – daarbij valt niet op wie welke rol heeft, al is Zij onmiskenbaar gastvrouw
Minnaars raken zoek in de vele verstopplekjes in dit huis en familieleden doen alsof ze collega’s zijn en proberen lijn in het gesprek te vinden, vriendinnen willen dit allemaal ook en vragen recepten waar ze niet bestaan en bellen de volgende morgen of hun figuur wel goed uitkwam in dat kerstpak van vier jaar geleden

Elke drie-eenheid is echter heilig dus ook de onze
Bovendien hebben alleenstaande moeders bijna helemaal geen tijd voor bezoekers – kinderen gaan steeds later slapen en worden evengoed vroeg wakker en het schema tussen hun pappa en mij is uiterst flexibel
Liefde is trouwens, zegt mijn jongste, voor altijd en eeuwig en komt maar één keer in je leven en nou, die ene keer heb jij al gehad dus je mag niet zeuren – hij vindt de terra kleur op dat kamertje maar niets en brengt me nog even fijntjes in herinnering dat het kolbert niet gewassen kan als de cake nog niet klaar is
Spontane ontploffingen, weet u nog?

log van 19 april 2006, getiteld
van verf en wijn en liefde

 

Nog even over dat stukje van gisteren, over K. en het boodschappen doen – het gedicht chrissie, gisteren?, was voor en over hem – ik houd er niet van gezamenlijk boodschappen te doen en zo’n toilet is vast te klein voor mij maar ik hield wel van hem – ik dacht zelfs aan het delen van de gang in het bejaardentehuis uit ons dorp of het spelen van al onze kinderen in de bloeiende tuin van mijn ouders, ik dacht er zelfs over opnieuw blond te worden maar u begrijpt dat dat er niet van gekomen is
K. is namelijk van nature monogaam maar sommige dingen overkomen hem gewoon en ze zijn altijd te wijten aan de omstandigheden
Bovendien bestaat er nog iets als relatietherapie en vergeving – dat lange haar van hem mag hij houden als hij maar belooft de Vomar te verruilen voor super de Boer
Ook K. leest deze stukjes want ook K. heeft een internetverbinding op zijn werk (thuis is de kabel doorgebeten door de hond) en K. is heus een beetje trots dat hij in mijn geschiedenis voor komt
Alexander Victor ook, al is hij nu boos vanwege het zo bruut storen tijdens zijn koffiepauze en stapt hij sneller in zijn bmw dan gepland – geen bungelende attributen daar maar een kinderzitje op de achterbank, sinds kort
Hij zucht en strijkt langs zijn snor, controleert de kleur van zijn trui en overhemd en de staat van zijn schoenen – bidt dat zij niet haar logs tot in het hoofdkantoor stuurt en overweegt een fatale systeemfout die alle vestigingen zal treffen
Paul overweegt een ander merk gel en staat voor de spiegel het optrekkunstje van zijn wenkbrauw te oefenen – vandaag antwoordt hij niet maar morgen zal hij zijn spijt herhalen en dat van die hond enzo en van evenredigheid geen sprake maar overmorgen gaat hij met de alfa langs de garage en zetten zij het wiel deugdelijk vast en dan komt hij, zeker
De jonge blonde god voelt zich oud en staat te dubben bij de kleurshampoos bij het Kruidvat, naast Jamin – van al dat opstaan word je moe
Hij checkt zijn mobiel drie keer in het uur en verzint een tandartsafspraak om thuis achter het scherm te kruipen en haar online status te bekijken (that sucks you into feelin’like this)
En ik? Ik had nog een restje terra – u kent nog niet mijn voorkeur voor de lucht van verf (kamfer, benzine, gemaaid gras, geen Ysatis, terpentine, opium) en moest hoognodig nog een kamertje schilderen
In wikkelrokje en kolbert dit keer en nee, ik dek niets af, ik dek
Bijvoorkeur
Toe

log van 19 april 2006, getiteld
super de Boer