Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

aan A.

Als ik haar terugvind, dan is het in haar hemdje en
Op de witte tuinbank bij de achterdeur, haar

Huid bruin en glanzend, haar ogen stijf dichtgeknepen
En een zakdoekje tussen haar

Borsten, tien minuten zat ze daar en altijd op hetzelfde
Tijdstip, haar rok omhoog geschoven en

Een handdoekje tussen haar en de bank, blote voeten
Lagen op haar klompen

Ze had haar nagels gelakt, nooit zat ik dichter tegen
Haar aan dan nu

Nooit eerder wees ze op de vogel in de lucht, de streep
Tussen kamer en buiten

Fladdert tussen ons in, ik mis hier, zegt ze terwijl ze
Haar hand slap houdt, wel vier van die

Dingen, en ze prikt in het vel op zoek naar aders, botten
Broos maar het geeft niets, je kan nog

Pakken, zeg ik want ze grijpt me nu stevig en houdt me
Daar, wat, zegt ze, zou ik dan moeten vasthouden?

 

 

« »