Als ik haar terugvind, dan is het in haar hemdje en
Op de witte tuinbank bij de achterdeur, haar
Huid bruin en glanzend, haar ogen stijf dichtgeknepen
En een zakdoekje tussen haar
Borsten, tien minuten zat ze daar en altijd op hetzelfde
Tijdstip, haar rok omhoog geschoven en
Een handdoekje tussen haar en de bank, blote voeten
Lagen op haar klompen
Ze had haar nagels gelakt, nooit zat ik dichter tegen
Haar aan dan nu
Nooit eerder wees ze op de vogel in de lucht, de streep
Tussen kamer en buiten
Fladdert tussen ons in, ik mis hier, zegt ze terwijl ze
Haar hand slap houdt, wel vier van die
Dingen, en ze prikt in het vel op zoek naar aders, botten
Broos maar het geeft niets, je kan nog
Pakken, zeg ik want ze grijpt me nu stevig en houdt me
Daar, wat, zegt ze, zou ik dan moeten vasthouden?
elbert gonggrijp
5 september 2012 — 17:49
Ach ja Alja,
wat zal ik zeggen. Een ontroerend en voor mij iets treurig beeld. Mijn tante is onlangs overleden en dementeerde. Zij heeft een moeilijk leven gehad. Ik geloof dat jouw moeder(Hier fictief?)dat anders mag beleven. Maar je ziet het: zelf ben ik weer uit de twilight-zone. Alleen nu nog rustig aan… Groet, Elbert