Mijn mamma besluit te gaan slapen, klaarlichte
Dag en met haar kolbertje nog aan, opgerold

Vind ik alleen dat zwart-witte jasje waarvan
De mouwen te groot lijken, haar

Vuist koud vangt ze wel mijn vingers maar de
Ogen blijven gesloten, ook bij mijn

Zacht geneurie over hoe moe ze misschien wel
Is en hoe mooi de dromen

Liefje, later probeer ik dezelfde houding, mijn
Linkerzij, mijn foetus

Aan het voeteneind de filmende lief, ik heb
Liever geen beelden van

Deze logeerpartij, het kan zomaar, zeggen ze
Daar, voor altijd zijn