Terwijl neefje T. de details vertelt van zijn vondst
Op een platenhoes van oom Bob, denk ik over mijn
Onderwerp na, een beetje zoals hij

Vraagt naar de ‘natte keuken’ en ik eigenlijk altijd
Bijna op zolder zit, mijn mamma zei het al, zij (ze
Wees nog net

Niet) zit altijd boven, maar mijn mamma beweerde
Ook dat ik altijd met mannen schreef en behalve
Een schorre zuchtende puber

Is er niemand, ook niet hierboven, dus antwoord ik
Eerst T. dat de natte vloer een klusjesman behoeft of
Hoe dat nu zit met

Elkaar versterken of moeten hopen dat zo’n man een
Leuke tattoo op zijn rechterschouder heeft en ook wel
Wat borsthaar misschien

En maak ik daarna pas een notitie van mijn moeders
Stelligheid inzake mijn zinloos tijdverdrijf of afleidende
Omstandigheden