Je had de zelfde naam
als onze blauwe vink

was zo ontroerd
door het verhaal
van zijn kooidood

dat het gesneuvelde nachtegalenlied
uiterlijk een tropische Canarische kraai bleek

dat je me wilde vangen
voor je bed
op een
in een steeg verborgen grachtenhuisverdieping

ik had op je
ontrouwe hondenogen
kunnen vallen
toch ging ik voor
het ongewisse donker
van kortgerokte krullen

liet je
met bier en kleinspraak
achter bij het biljart
van het café

hoeveel woorden zijn er
nu nodig
bij jouw dood

teveel
zou je ongebruikelijk liefdevol
hebben gezegd

mooi soepelbreed uitgemeten
zou je ongetwijfeld hebben gedacht
alleen
gelovend in een herenhemel

dankzij jou werd onschuld
ontmaskerd
als zinvol zondigen

terwijl  bloei
het voorjaar verliet

zomerwarmte
de schaduwen bezet
wist jij
dat je bladeren bruin waren geworden

zo zetten dichters
de tijd in een verzenvaas
de woorden bij
in een grafdicht

Karel
heet onze afwasmachine
terwijl hij snort
als je Portugese poes
die geen traan laat
overweeg ik dat je ijdelheid
een crematievuur vraagt

weet ik
dat je met je literaire trots
door zilvervisjes
wil worden verslonden

je noemde
in een gesprek
iedere dichter
een gelegenheidsdichter

eindelijk had ik een woord
voor mijn overwogen stamelen

het niet mooier maken
dan het is
het schoner laten lijken

Dick van Hoeve, TOT STRAKS GERRIT
zaterdagmorgen 07-07-2012