Dat waarmee ik me het liefst omring: de
Babies en hun zachte geuren, de kleverige
Molligheid van hun lijven

Lang nog hetzelfde als toen, dat wat ik
Koester, vermaan, uitfoeter, aanhaal, verwen
-geef zonder te vragen

De opgevouwen papiertjes met hun antwoorden
In een van mijn houten dozen, schatkisten vol
Leven en dan nog

Een opmerking van de kleine zichtbaar op
Het schoolbord in de keuken, ‘wijzigingen
Voorbehouden’ staat er, dat

Schuilt nu allemaal tezamen in het overzees
Gebied, mijn zee valt droog, mijn stem valt
Weg, ik probeer

Te vliegen maar kan me niet bewegen, ik
Trek cirkels in dit lege huis, er komen gasten
Ik vermaak ze

Ondertussen verzin ik overname van een
Werelddeel of simpelweg een huwelijk met
Mr Darcy