Midden in de nacht kom ik niet uit mijn woorden
Want zittend in een familiaire kring en bladerend
In mijn bundel, blijkt een andere indeling doorspekt
Met reklameberichten en idiote nummering

En ook ben ik niet helemaal gekleed op de voordracht
Misschien vaag misselijk van het teveel aan chocolade
Dat nog langs mijn mondhoeken drupt en dus morsend
Op een tere witte jurk die

Van goedkope nachtpon tot lijkwade tot bruidskleed
Gaat, de verwachtingen zijn overeenkomstig, ongeduldig
Grapt men, ik duw mijn dochter daarop het boekje in
Handen en zij

Start het lezen, dan opeens zwijgt ze en bloost, verlegen
Staat daar dat zij mijn allergrootste liefde is en hoe ik
Haar verkreeg, dan lees ik toch zelf maar verder maar
Niemand luistert meer en de kring is leeg

Terwijl ik eindelijk met de juiste nummers klanten werf
Voor mijn idioterie: hoe ik mensen liefheb en zwarte
Stof aan elkaar rijg voor gewaden die slechts één funktie
Hebben