Ik voel de lente pas ’s avonds, een laatste
Gast vertrekt en met haar het parfum van
Teveel en onzorgvuldig
In het zomers bloesje gespoten, even aarzelt
Zij aan de donkere kant van het huis waar mijn
Straat steeds stiller
Zegt dat het zondag is, dan struikelend bijna
Naar de lichtste plekken, de kat in de struiken
En het overschot aan
Buren en geluid, dat van iedereen vrij en bij
Elkaar en zingen met de muziek mee en ik
Dan zomaar
Verdwijnend, de bovenste kamer, het trapgat
Alsnog het blote jurkje uitkiezend voor later
Als het feest ten einde is
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x