De dag gisteren, alsof hij er niet had mogen
Zijn, een nieuwjaarsochtend met de

Weeë toevoeging van goede voornemens en
Halve beloften, dan weer

Vastgeplakt aan een overvolle maand, nog
Even talmend alvorens

Echte lente los laat, een dagje respijt, dan
Zullen wij

Lichtvoetiger zijn en tegelijkertijd serieus
Worden, morgen

Laten we de beesten los, morgen vangen we
De loslopende honden