Hij deed niet overdreven, zoals je van een kunstenaar mag verwachten, die voor de dodensprong nog even zijn poten poedert of vijfmaal een buiging maakt.
Of met zijn vingers kraakt.
Hij deed eerder overdreven bescheiden. Hij gooide gewoon alles, alles wat hij aanhad, uit (om er geen last van te hebben) en vloog weg.

Janosch: Dieren zijn ook mensen