Je hebt van die dagen, die zijn van het begin af aan van boven tot onder verpest.
Je staat vroeg op, zet je ene been op de grond, en je weet al: deze dag is naar de knoppen, reddeloos verloren, punt. Diepzeestemming, het geluk kun je wel op je buik schrijven.
Zo’n dag was het nu net vandaag.
Knuffel zwaaide zijn ene been uit bed en ging meteen op zijn hoed staan. Een heel slecht teken. Want wie kent niet het spreekwoord: “Stapt Knuffel op zijn hoed, dan wordt de hele dag niet goed. Maar gaat Knuffel op de ladder staan, dan komt hij heus wel bovenaan.”
Hij trapte de hoed weg, die bleef aan de lamp hangen. Hij zocht zijn schoen, vond hem niet, kortom, de hele dag al verknoeid nog voor hij begonnen was.
Hij had net de eerste dappere plannen gemaakt om de dag nog te redden, toen Knuffelmoeder riep: “Ga eens water halen uit de rivier, jongen. Maar pas op dat je niet in de emmer valt.”
Knuffel wil de emmer halen, kan hem niet vinden, moet lang zoeken. Schept het water uit de rivier en maakt zijn schoenen nat. Sjouwt het water de berg over en valt in de emmer.
Dat zat erin.
Janosch, uit: Ach, hoe eenzaam in de lucht, de bundel Dieren zijn ook mensen.
elbert gonggrijp
22 februari 2012 — 19:56
Leuk, heel erg grappig!