Tijdens een optreden in literaire stad H. zaten ijverige
Vrouwen met meterslang breiwerk op het podium in
De felle lampen en breiden
Zo zei de presentator guitig, ‘wild’, hij hield even de
Microfoon bij hun tikkende pennen om aan te tonen
Hoe wild wild was en verder
Ging het weer, zodat na afloop hij al even guitig vroeg
Hoeveel meters er nu gewonnen waren en er toch zeker
Zo beweerden zij
Een halve meter vooruitgang was, dit alles in het roze:
Vrouw en breiwerk om de culturele bestemming duidelijk
Te maken
Vervolgens kwam ik in L. waar alle brugleuningen al
Van vieze natte doeken voorzien waren, ook het standbeeld
Bij de kerk leek
Een achtergelaten weeskind met genoeg warms voor de
Volgende winter en nichtje T. tenslotte kocht een patroontje
Om al dat
Wilds in toom te houden, zelf brei ik nu geen steek meer
En ook pieker ik er niet over mezelf warm te houden met
Uitgezakte pastelkleur dan wel
Een meterslang attribuut dat in andere tijden op de bodem
Van mijn moeders naaimand verdween als broddellap
En poetskatoen
elbert gonggrijp
31 januari 2012 — 19:55
Ik vind dit een heel komisch stuk, Alja! Zie de dames al voor me…