Van de kleine kletsende voetjes die gisteren rond
Renden in het atelier en sprongen op mijn

Bank, van de smerige ronde plateaus waarop mijn
Maria’s zwaar bijna te ver naar achteren buigen

Zodat ik het evenwicht verlies en met ze terug val
In de tuin

Van mijn eigen natte voeten die glissend langs
De fiets de boodschappen veilig stellen

Komen haar keurige stappen me het onbekendst
Voor, haar hoge hakken

Boren zich, zij glijdt niet, zij schrijdt, haar koffer
Rolt achter haar

Haar vriendje naast haar, toe dan, gil ik, je hebt
Toch geoefend maar

Nog steeds blijft ze op haar hoede, ze springt niet
In mijn open armen, ze

Lacht evenwel en ze kirt als ik haar til, dan draai ik
Klein en kletsend

Zoals altijd mijn balans zoekend tussen de ene liefde
En de andere