Tegenwoordig, zegt hij, sta ik stil bij het jongetje dat
ik was. Ik zie hem aarzelen, nu, voor het
stoplicht, bij het spelen in een grote groep, aan de rand
van de zandbak, voor het aanrecht, tussen alle
broertjes en zusjes, in het weidse land. Hij kijkt van me
weg. Ik heb, zegt hij, met hem te doen.
Ik ook, zeg ik. Je schrijft zo beeldend, zegt een ander,
maar hem zie ik niet staan, het zijn altijd
dezelfde jongetjes die wat verloren en met hun handen
in hun zakken staan te twijfelen. De een heeft al
een gat in zijn knie, de ander is op klompen, de derde
verzamelt daar al schatten en komt
al het andere tekort. Ik heb grote zakdoeken, rode wangen,
appels en een konijn in mijn schort.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x