Als mevrouw Z. stilvalt en mevrouw E. nog een laatste regel
neuriet, begint de heer P. te zingen. Altijd als hij
begint te stralen en opkijkt, gebeurt er iets bijzonders. De man
die nooit meer dan twee woordjes zegt, zingt.
Alsof hij in de kerkbank zit en iemand hem het brood doorgeeft,
de zon door het gebrandschilderde raam valt,
van vergeving is gesproken en een toekomst met ons allen. Het
is zelfs geen brommen dat hij doet, verrassend
licht klinkt hij, en alle vrouwen rondom staren hem aan. Dan is
het weer gedaan, hij legt zijn hoofd weer bijna op
de handen en buigt alsof hij applaus verwacht maar weet dat hij
dat niet kan krijgen. De woorden kloppen
natuurlijk niet, zegt mevrouw Z., als altijd tot een ruzie bereid.
Die woorden zoek ik op, beloof ik en schuifel op de bank.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x