Vandaag ben ik niet opgewassen tegen het lawaai in deze
flat noch tegen de stilte rondom, niet tegen nieuwe

mysterieuze ziektegevallen noch tegen vervlakking van een
virus, niet tegen de brug over het lauwe water

noch tegen de zwarte strepen in de zebra. Gisteren en morgen
weer, niet vandaag. Op dit moment wil ik niet

wachten op een verbinding, een kind, een man, een volle
koelkast maar ook geen kruis in de

agenda, een blokkerig scherm, een zingend stemmetje, een
nog bevroren cake. De regen negeer ik en voor

de zon haal ik het gordijn omlaag, de zonnebril laat ik liggen
en de winterjas trek ik van het haakje, vandaag

ben ik zelfs niet oud maar zeker geen kind meer en sta ik de
hele dag op mijn hoofd met mijn rug tegen de muur.