Achter me gaat de deur dicht, zelfs op slot. In de kale ruimte hangen
de gordijnen roerloos in de schemer, slechts het
schilderij en een houten bank met drie koptelefoons verwelkomen me.
Vervolgens ben ik terug in de kerk van mijn jeugd,
in de concentratie van de schoolbank, het verlaten gymlokaal, met
mijn vader op de begraafplaats, onder de struiken
van de ouderlijke tuin. Ik zit met mijn handen in mijn schoot of heb
ze op mijn knieën gelegd en leun voorover. Alle details
neem ik waar. Het schilderij ruikt zelfs. Ik hoor het ruisen van mijn
bloed. Ik zie hoe de kunstenaar werkt, laag voor
laag, ik zie de druppels van het ene blok bovenop de andere, ik zie
de haren van de kwast, zijn beslagen bril. Zodra
de deur weer open gaat, de wereld nieuw, is de mens nietszeggend
in zijn murmelende wachtrij, kauwend op elkaar.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x