Zijn auto staat geparkeerd onder mijn werktafel, zijn hele zijn
in mijn hart, de hand vanzelfsprekend uitgestoken,
zijn hoofdje, neusje, mond tegen de mijne als ik op de hurken
hem vasthoud op het toilet, zijn blote rug
voor mijn beschermende hand, mijn woorden een mantra, een
steeds weer herhalende wens. Het weer is zonnig,
zegt hij, nog steeds in de taal van het verlaten land terwijl hij
speelt met vogeltjes die denkbeeldige kruimels
oppikken, wagens die klemraken in gaten onderweg, de bal die
rinkelt bij het overgooien. De blik op
oneindig als hij zorgvuldig eet en altijd de goedkeurende en
innige geluiden, kleine notities in zijn eerste boek
en vooral de wereld vanaf zijn hoogte chaotisch en vies vinden
tot de vogels fluiten in de achtertuin.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x