Ooit waren we schrijvers. In de brievenbus lag zijn bijdrage,
de enveloppe gevouwen uit het ontwerp van die
week, vijf en zeventig cent voor een postzegel om de serieuze
poging te benadrukken, onder zijn zwierige hand
een tekening als symbool voor liefde en trouw en moed vooral.
Lang lag er een lint omheen, geknoopt met
dezelfde toewijding zoals ze later gladgestreken werden, deze
bewijzen. Hij wist niet of hij tot een boek zou komen.
Ooit waren we lezers. Onder de asbak mijn antwoord, op elke
traptree een aanwijzing, tot boven het bed toe
schetsen van een gezamenlijk leven. Misschien, zo zeiden we
tegelijkertijd, was dit werk een poging om aan
de waarheid te ontkomen, dat je eerst iets moest verzinnen,
bedoelden wij, voordat je iets zeker wist.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x