Bij een van die ontmoetingen had zijn stem over de akkers
geklonken, de gronden van mijn vaders, en had hij
zijn armen uitgespreid, nog even gedacht dat hij vliegen kon.
Bij een andere probeerde hij alleen maar
rechtop te staan, dat vliegen was een grapje, maar hij lachte
niet. Ik dacht hoe ik als kind misschien maar
nee, hij was al weg, vond mijn huis jaren later, zat in de bonte
stoel en keek. Liefdevol, was een woord,
compassie uiteraard, akkers ook. Aarzeling was een handeling,
bedachtzaamheid zeker, mist over de velden
hetzelfde. Ik stelde me de beesten voor en de natte snuiten in
mijn hand en hoe hij op me wachten zou, niet
met open armen maar gewoon zoals poëzie een noodzaak was
en ochtenden als deze en ontmoetingen als toen.
(voor Joop Scholten, 26 februari 1942-21 december 2018)
Meta Boldingh
4 januari 2019 — 18:43
Raken Alja, bedanktot, Meta
alja
5 januari 2019 — 06:28
graag gedaan, Meta, liefs