Nu ik in het boek zit, krijg ik opeens veel haast, er is geen
tijd te verliezen. Het is hetzelfde als ik een begeerd
object, die prachtige jurk bijvoorbeeld of die uitgave die
dagelijks een schitterende foto geeft, eerst
bovenop de kast verberg en telkens zie liggen maar die ik
pas na dagen aanraak, open en verplaats, voel
en streel en draag en daarna niet meer uit wil doen, angstig
om dat wat ik kwijt raken kan, beschadig misschien,
terwijl het gevaar er nooit van te genieten even groot is. Ook
wil ik gewoon de rust van lege bladzijden, het
maagdelijke van mijn wit vel onder die ruisende rokken, geen
ander beeld dan het uitzicht uit mijn toren waar
alles immers ver onder mij ligt, niet bedreigend maar vaag en
kinderlijk en uit een heel andere richting.
elbert gonggrijp
14 september 2017 — 10:33
Lieve Alja,
weer een geweldig gedicht waar ik mijzelf geheel in vinden kan… Zolang het gewenste, de inspiratie nog maagdelijk is kun je er nog naar smachten, maar ben je bang dat als je het op zou schrijven als moment weer vervlogen is. Deze ga ik zeker voor je delen…
Lieve groetjes van mij,
Elbert