Zij kan uit mij. De pols zo los en dun, de kleur zo zomers
en warm, de huid die van mamma. Bij haar
de roofjes van haar gevoeligheid, bij mij de blauwe plekken
van zijn onhandigheid. De Eeuwige die
geen Vader genoemd meer wordt. Andere regels dan die ik
uit het hoofd meezing, voor hen
de kist, zijn pet, zijn foto, zijn lach nog. Over het gras is de
weg korter. Achter ons de streepjesjurken, open
sandaaltjes, eau-de-cologne op een gevouwen zakdoekje, de
zon, weke witte broodjes met lubberende
roze ham. O om je naam te roepen in een lege kerk, de echo,
grote handen op het orgel. Heel hard
te fietsen op onze hakken, de broekspijpen opgerold. Om te
slapen op het marmer. Wij komen uit hen.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x