Ook toen stelde ik de ander gerust: ik kriebelde in zijn
handpalm toen we elkaar trouw beloofden alsof
het een grapje was waar we later om zouden lachen, het
was niet iets van ons deze vertoning, we zouden
het heel anders invullen, we zouden de enigen zijn die.
En juist gisteren deed ik het weer zoals
eigenlijk elke dag en toch ben ik onlosmakelijk verbonden
met die ander: het is een trucje, we
wilden anders zijn maar zijn precies dezelfden. Het podium
de stad, de man het publiek, lach dan.
De buren in de tuin rondom praten heel lang na, hun kind
op straat, de auto stil, alleen zij daarboven
krijst omdat er nu eenmaal niets geruststellends is in die
ander, alleen in zichzelf en haar trouw.
wouter
26 mei 2017 — 07:45
Zoals alleen jij gedichten kan schrijven die ik drie keer moet lezen en dan nog steeds ontdek ik nieuwe dingen, subtiel en een beetje vaag maar zo duidelijk. Prachtig
alja
26 mei 2017 — 08:04
zoals alleen jij complimenten kan schrijven met inhoud