“Ze kunnen het niet laten, altijd die vraag: wat bedoelt de dichter als hij schrijft dat ineens tussen neus en lippen zijn hart het begeeft? Waarom vraagt hij hoe het vlees smaakt als hij denkt dat hij zichzelf en nog iemand moet redden van de ondergang, waarom doet hij of hij niets heeft gehoord? Waarom begint hij op een nieuwe regel als de zin nog niet is afgelopen?”
Marja Pruis, uit: Zachte riten.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x