Dat ieder mens maar ontsnappingskunstenaar mag zijn,
een beetje zoals de oude dichter die zich alleen

in verzen leert kennen. Op elke straathoek nog de zon
en de mogelijkheid daar te blijven, in elk

water de diepte van het lijden, in elke lucht de zwarte
vogels. Dat ieder mens maar

niemand nodig heeft, een beetje zoals de oude dichter
die alleen geholpen moet bij een enkele

letter. Voorover gebukt kan hij best nog bij zijn schoenen
en de veters strikken en als je nu maar eenmaal

aangekleed bent, kun je weer weg. Dat ieder mens maar
waakt over zijn ziel, een beetje zoals

de oude dichter die het woord legt op het speelbord en
moppert omdat hij een tekort aantal punten heeft.