In de uren dat we bij elkaar zijn moet alles samenvallen:
de eerste sneeuw eigenlijk, op rode gloeiwangen

en dan druppend en sissend in de kaarsenvlammen waarin
we onszelf zien, de eerste

smaken van het uitgebreid buffet en dan giechelend, half
verslikkend, elkaar prijzen en de laatste

avonturen ook, dan iets van heel vroeger en dat wat je
denkt dat komen gaat nog, de oude ouders

nadoen of hoe je altijd nog iets mist in die warme omhelzing:
misschien dat je je alweer losmaakt tijdens, de

auto start alweer, het bed ligt losjes op de bank, de koffers
rollen van het pad, de boom wankelt en

de lichtjes, het welkom eens, tikken tegen de poot van de
kat en het beslagen venster. Na

drie uur het eerste berichtje zoals ik dat mijn ouders gaf:
het was heel gezellig en heerlijk allemaal.