Het was een heel gevoeglijke zin, een
eenvoudige ook, zo een als

de slagroomsoesjes uit het vriesvak in
de supermarkt die afgeprijsd

en half ontdooid bij de uitgang liggen
en waarbij de keuze beperkt is

tot geen of een donkerbruin glanzend
toplaagje, de bijt is dezelfde.

We hadden liever de banketbakker en
de toonbank waarachter en

de prijs waarmee en de afstand die we
tegen de koude wind in

moesten overbruggen maar de moed ging
verloren in de eerste weke hap.