“Dag meneer!”
“Goedendag jongeheren, bent u niet een beetje ver van huis?”
De jongens halen hun schouders op. Wat zou die man bedoelen?
“Jullie weten toch wel dat hier het einde van de wereld is?”
De tweeling begrijpt niet wat de schaapsherder bedoelt.
De man wijst met zijn staf naar de horizon: “Daar houdt de wereld op, als je verder loopt dan val je van de wereld af!”
Daar kijkt de tweeling wel even van op. Joep begint te lachen.
“De wereld is toch rond!” zegt hij.
Joris geeft hem gelijk. “Ja, en omdat de wereld rond is, gaat hij altijd maar door en kun je er ook niet vanaf vallen!”
De broertjes weten het zeker, want mama heeft het zelf verteld!
De schaapsherder kijkt de tweeling ongelovig aan.
“O ja?” vraagt hij nors.
“En hoe komt het dan dat ik bijna elke dag een schaap of een lammetje kwijtraak?”

Jan-Simon Minkema en Philip Hopman, uit: Schapen tellen, De droomtweeling