De fruitbomen van mijn mamma vallen,
stel me de geplette vruchten
voor, schorten vol zoetigheid, pannen op
het vuur met rood verkleurde
lepels. De ladders van mijn vader gevaarlijk
scheef tegen de stammen.
(Als grapje gooit hij de appels op ons hoofd.)
Stel me de dieren voor, los
nu. Een voor een de wachters op het verlaten
pad, voorbij de heuvel vol
hitte waarop de restanten gloeien. Het terug
gewonnen gras maar per ongeluk
mijn beelden verstoord: die van de warmte
waarmee de oogst gewonnen werd.
Stel me hen voor: rode wangen van plezier
en inspanning, genoeg voor iedereen.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x