Hij verdrong me van mijn stoel, hij paste
er sowieso niet in, hij zou ook

gemorst hebben met het bekertje water
en met zijn mouw het tafelblad

droog hebben geveegd, hij zou ook zo
verontschuldigend gekeken hebben,

een bekentenis op grote hoogte doen, wijzen
naar de passagier links voor ons,

de piloot de hand hebben geschud, God
zien in het oneindig luchtruim en dan,

met tranen in de ogen, zich herinneren:
hij had zoveel verzuimd, hij

mocht hier helemaal niet zijn, hij was
kleiner dan de kleinste vogel.

Hij vroeg om vergeving voor de plaats die
hij innam maar werd alleen maar groter.