Een verhaal achtervolgt me zoals een
gebeurtenis deed, al weet ik niet meer
welk het eerst plaatsvond en of ik

niet zelf een en ander verzon. Zijn stem
was slepend, constant maar traag zoals
zijn conclusies waren. Hij

aarzelde niet en vroeg niet mijn mening.
Ik zorgde voor de pauzes, een braaf
gehum als teken van mijn interesse.

Ik zoende hem in zijn hals bij vertrek.
Zelden was ik zo moe als toen, niemand
die het merkte. Ik deed mijn

ogen dicht voor de zon, verschoof een
stoel buiten, er lag een briefje in met een
citaat van een boze schrijver.

‘Heb het gas afgesloten’, stond er, ‘de huur
opgezegd. Ik kan hem niet zijn’. Ik herkende
het handschrift niet.