Waar de een nog slaapt, de ruimte duister,
ramen beslagen, de kat klaaglijk miauwend
achter een gesloten deur,
het geluid van de wasmachine, iets dat daar
binnen tikt tegen het glas, werkt de ander
reeds in een helverlichte loods
waar elke ochtend dezelfde opmerking valt:
‘bijna weekend’ en hij zich zorgen maakt
net zo op zijn collega’s te gaan lijken,
het zijn boeren, zegt hij. Tussen die marge
van schemer, de warmte van de nacht, en
dat felle licht van de koude
ochtend, zweef ik met havermoutpannenkoekjes
voor de een en zachte kussen op het voorhoofd
van de ander, nauwelijks in staat tot
het vasthouden van mijn eigen warmte binnen
de dekens noch het toelaten van een nieuwe dag;
over twee jaar, zegt de boer, ben je zestig.
Elbert Gonggrijp
12 februari 2015 — 11:22
Weer een mooie, Alja en dat nog op je verjaardag. Gefeliciteerd daarmee net als met dit gedicht dus. .
alja
12 februari 2015 — 11:25
dank Elbert
Blewbird
12 februari 2015 — 19:17
Zestig is het nieuwe veertig (en daar ben je nog niet eens). Tijd om te genieten. Gefeliciteerd!
alja
13 februari 2015 — 07:11
dank je wel