‘Diep van binnen was ik netjes en fatsoenlijk, het beste jongetje van de klas en, bedacht ik, misschien was dat wel de reden dat het me niet lukte te schrijven. Ik was niet wild genoeg, niet kunstzinnig genoeg, kortom: veel te normaal om te kunnen slagen. Hoe kon ik ooit iets anders hebben gedacht? Wat een zelfbedrog.’

Karl Ove Knausgård, uit: Min kamp, femte bok,
vertaald tot Schrijver, mijn strijd 5, door Marianne Molenaar