Wakker worden op het moment dat je op
moet staan, je meteen herinnerend dat
wat moet gebeuren alsof

je geoefend hebt met schoolreisjes en
onverwachte aflopen, examens en kinderen
die treinen moesten halen,

mannen die voordat zij wakker werd weer
in bed moesten liggen, beesten die gevoerd
moesten worden alvorens ze

spinnende geluiden maakten. Nu dan opstaan
en de instructies lezen, doen wat nodig is,
het lijf legen

en hopeloos verlangen naar de warme kuil
en de eerste ochtendlucht, een houtgeur in
de bladeren, druppels aan

het venster, een droom binnen handbereik
en drie, nee zeven tellen nog alvorens we
de man in witte jas

toelaten. Zijn warme weke hand aarzelt geen
seconde, ook hij heeft geoefend, zij slaapt
alweer als hij opstaat.