Elk onderweg zijn heeft maar één bestemming:
Daar aan te komen in zijn

Halslijn, mijn mond proevend van wat er over
Is, de geur opnemend alsof

Er opnieuw een laatste keer is, mijn wang onder
Zijn kaaklijn, mijn haar

Over zijn borst en dan naar beneden, zijn overhemd
Losmakend, langs zijn tepels

En plagend weer omhoog, keer mij je andere wang
Toe, en dan duwend

Kijkend hoe de huid meegeeft terwijl mijn handen
Hem ontkleden, geen vertrek

Meer vanaf het aankomstpunt, het sein meester
De bagage verdeeld