Als onder sneeuwvlokken die met z’n allen
voor ze gaan liggen nog even opvallen,
zo zorgvuldig dat het mooi wordt van respect,
zo ligt onder woorden werkelijkheid. Bedekt.

Als onder een ooglid een oog.
Je ziet met de ogen dicht:
de hemel grijs als een dweil, de aarde geeft licht.

Als een wit blad,
vol tijd om te wachten, behoedzaamheid
om te hebben, zwijgen om te hebben gehad.

Herman de Coninck, Opnieuw, 1.
uit: Bergen van onverschilligheid