Het steeds sterker wordend zingen, gevangenen
Die hand in hand in een kring staan

Gekleurde sterren in een baan rond de aarde en
Enorme vuurpijlen met een staart tot

Ver voorbij hem, zijn vrolijkheid die in die laatste
Aflevering een somber stilstaan wordt

En de trommel die de hartslag nadoet van zijn
Twee harten en dan de dood, de meisjes die

Eerst onkundig, later de redders van de mensheid
Worden waarbij ze vooral veel moeten

Rennen, dat alles ontroert me zomaar, verlangend
Naar de dag dat hij

Voor mijn huis parkeert, me waarschuwt maar dan
Meeneemt, met twinkelende ogen