Woorden leren mij, voeden mij, troosten mij, doen
Mij hunkeren, verbazen, ontroeren, wat dan

Betekent opnieuw de stilte tussen ons, waarom is
Er geen woord dat

Tussen ons beiden komt als zijn opgeheven roede
En mij vult en keert en zalft, geen

Klank is mooier dan de adem van dat gewonde dier
Dat zich uitstoot in mij

En dan de geluiden van de deken, de nacht, mijn haar
Dat in zijn richting valt

Het fluisteren in zijn slaap, het verdelen van het
Voedsel, proviand voor zo veel later