Hoe je soms samen met hem rondloopt in
De kamer, gaat zitten in zijn stoel, de krant

Openslaat, de bril vergeten op het hoofd
En dan, hem aankijkend

Weer die ander bent, hoe je ziet hoe hij
Leest, zichzelf ontvouwt

En tegelijkertijd weg vliegt van jou, hoe
De grote handen driftig

Het papier verkreukelen maar alle woorden
Nog daar zijn

En jij niet gezegd hebt dat je van hem houdt
Omdat je nog niet schrijven kon

Hoe je dan weer verdwijnt in hem, je bril
Zoekt en je ogen samenknijpt