Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

de schat

Op een cassettebandje zijn stem, een heleboel
Ruis maar ook dat als hij ooit eens weg zou gaan

Het voorgoed zou zijn, daarna aten we witte
Boterhammen met hagelslag, ik dacht dus

Dat het wel meevallen zou, ik breide truien van
Die plastic bruine linten, vergat

Alleen die ene, zijn stem rekt uit, alsof hij
In de hoek van de lege kamer

Zijn arm onder zijn hoofd, aan tafel zit en mij
Aankijkt, onze kinderen bellen oliebollen en

Goede wensen door, whisky en hoe landelijk
Hij nu gelegen is

Het zacht ruisen is warm en groen, ik liet de
Achterdeur open

Mij ontsnapte de wasem, kruitdamp steeg op
Jij ook, zei hij

 

 

« »